Human Resources

Wijziging verrekening vertrekvakantiegeld in het vooruitzicht?

Wanneer een bediende uit dienst treedt betaalt de werkgever vertrekvakantiegeld.  Dit vakantiegeld moet nadien worden verrekend bij de nieuwe werkgever om ervoor te zorgen dat de opgebouwde rechten worden overgedragen naar deze nieuwe werkgever.
Tot op heden wordt dit enkelvoudig vertrekvakantiegeld in één keer verrekend.  Hierdoor ontvangt de werknemer in de maand van de verrekening vaak geen of een erg beperkt loon.
De FOD WASO (Federal Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) liet weten dat deze aanpak niet langer aanvaard zal worden.

1. Situering

Op het moment dat een bediende uit dienst treedt, heeft hij door zijn tewerkstelling al opgebouwde vakantiedagen. Die vakantiedagen kan hij later opnemen bij zijn nieuwe werkgever.

Het (enkel) vakantiegeld voor deze dagen ontving de bediende echter al van zijn vorige werkgever. Die betaalde immers een vertrekvakantiegeld toen de bediende zijn onderneming verliet. De nieuwe werkgever mag het vakantiegeld voor deze vakantiedagen verrekenen met het vertrekvakantiegeld.

Het is al jaren een courante praktijk om dit enkel vertrekvakantiegeld in één keer te verrekenen. Meestal doet de nieuwe werkgever dit in de maand waarin hij het dubbel vakantiegeld betaalt. Dit kan ertoe leiden dat de bediende geen of slechts weinig loon heeft in de maand waarin de verrekening gebeurt.

Begin 2021 communiceerde de FOD WASO dat zij deze praktijk niet langer aanvaardt. Het enkel vertrekvakantiegeld zou vanaf nu per opgenomen vakantiedag verrekend moeten worden.

Dit gewijzigd standpunt van de FOD WASO creëerde heel wat ongerustheid.  Hierdoor vroeg onze regering het advies van de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad (NAR).

2. Advies van de NAR (Nationale Arbeidsraad)

De NAR treedt de vooropgestelde werkwijze van de FOD WASO m.b.t. de verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld niet bij. Een verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld per opgenomen vakantiedag zou weinig voorspelbaar zijn voor de werknemer. Bovendien zou deze werkwijze ingewikkeld zijn voor de bediende en zouden de administratieve lasten voor de werkgever hierdoor aanzienlijk toenemen.

De NAR stelt een alternatieve oplossing voorop die bestaat uit de 2 hieronder vermelde fasen:

A. Eerste fase: de berekening van de bij de vroegere werkgever opgebouwde rechten en de betaling ervan

De nieuwe werkgever zal op basis van de ontvangen vakantie-attesten de vakantierechten van de bediende bepalen.

In maanden waarin de werknemer vakantiedagen opneemt, zal per opgenomen vakantiedag 90% van het bruto dagloon in die maand worden verrekend.  De werknemer houdt dus per vakantiedag 10% van zijn loon over.

De bediende zal bijgevolg altijd gedeeltelijk zijn loon ontvangen, zelfs bij opname van een volledige maand vakantie.

B. Eindverrekening van het enkel vakantiegeld in december

In december of bij het contracteinde wordt een eindverrekening gemaakt. Hierbij wordt een correctie berekend die voortvloeit uit het verschil tussen het enkel vakantiegeld aan 10% dat tijdens het jaar bij de nieuwe werkgever werd betaald voor de bij de vroegere werkgever opgebouwde vakantiedagen en het effectief door de nieuwe werkgever verschuldigde enkel vakantiegeld, waarvan het reeds door de vorige werkgever betaalde enkel vertrekvakantiegeld werd afgetrokken.

Deze inhouding/toevoeging zal uitdrukkelijk op de loonfiche vermeld worden.

Bovendien zou de nieuwe werkgever de bediende via het meest geschikte kanaal (schriftelijk, digitaal of op papier) op de hoogte moeten brengen van de verrekeningsregels. Hierbij moet in een begrijpelijk overzicht uiteengezet worden hoe men tot een inhouding op het loon van december of het loon bij uitdiensttreding van de bediende komt, dan wel tot een uitbetaling van het aanvullend saldo.

De loonbeschermingswet moet hierbij steeds worden nageleefd. Hierdoor zou bij een mogelijke overschrijding van de limiet van één vijfde, de aftrek over 2 maanden gespreid moeten worden. Hiervan kan mits akkoord van de werknemer afgeweken worden.

3. Inwerkingtreding

De nieuwe regels zouden vanaf 1 januari 2023 in werking treden. De NAR vroeg om werkgevers tot 1 januari 2024 de tijd te geven om zich in regel te brengen.

Het is nu aan de regering om knopen door te hakken en wijzigingen door te voeren aan de vakantiewetgeving. Voorlopig is het nog even afwachten welk standpunt de regering zal innemen. Zij is niet gebonden door het advies van de NAR.

Wij houden je verder op de hoogte zodra er meer informatie voorhanden is!

Heb je hier nog vragen over? Aarzel niet om onze payroll-afdeling hierover te contacteren via payroll@konsilanto.be.